Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 02-01-2020

16de-eeuwse huizen in 's-Hertogenbosch

betekenis & definitie

In het begin van de 16de eeuw kwamen enkele huizen tot stand met een L-vormige plattegrond en in de binnenhoek een traptoren.

Het laat-gotische pand De Munt (Postelstraat 42) heeft aan de binnenplaats een zeskante traptoren met banden in mergel en korfboognissen met een driepastracering. De binnenplaats is toegankelijk door een geprofileerde natuurstenen poort met ezelsrugboog, voorzien van hogels en kruisbloem. In het huis was van 1581 tot 1629 de munt van 's-Hertogenbosch gevestigd. Het interieur bevat nog twee laat-gotische schouwen. Het zogeheten refugiehuis van het klooster Mariënhage te Woensel (Achter de Tolbrug 11) ontstond rond 1501 als een particulier huis met voor- en achterhuis langs de later gedempte Marktstroom. Dit pand werd omstreeks 1535 verhoogd en enkele jaren later in noordelijke richting verlengd.

Omstreeks 1549 voegde men een brede, onderkelderde dwars- of tuinvleugel toe, met vensters in korfboognissen, een hoog zadeldak en aan de oostzijde een schoudergevel. In de binnenhoek van het L-vormige huis verrees een zeskante traptoren met mergel speklagen en een gebogen tentdak. Boven de toreningang bevindt zich een gepolychromeerde renaissance gevelsteen met het wapen van keizer Karel V. Een korfboog van een kloostervenster hogerop in de toren toont een portretbuste. Van 1593 tot 1629 was het complex refugiehuis en van 1842 tot 1972 pastorie van de in 1983 gesloopte St.-Pieterskerk. In verband met de bouw van die kerk werd de oudste vleugel van het huis in 1842 ingekort; naast de nieuwe eindgevel bouwde men een nieuwe dwarsvleugel (verhoogd in 1917). Het in 1991-'92 gerestaureerde complex bevat oude moer- en kinderbintbalklagen met fraai geprofileerde consoles, kapconstructies met tussenbalkjukken en een natuurstenen en eikenhouten spiltrap.

De Ruische poort (naast Orthenstraat 1), een laat-gotische bakstenen poort met zandstenen omlijsting, vormde vroeger de toegang tot het terrein van het refugiehuis. De poort dankt haar naam aan Johan Ruisch, een van de bezitters van het huis na 1629. Het metselwerk met natuurstenen nis boven de doorgang werd bij een restauratie in 1927 aangebracht en is na oorlogsschade nagenoeg geheel vernieuwd in 1949.

Het vroeg-16de-eeuwse refugiehuis van de abdij van St.-Geertrui te Leuven (St.-Jorisstraat 133) is een onderkelderd bakstenen gebouw met natuurstenen kruisvensters en een hoog zadeldak tussen steile trapgevels. Tegen de zuidgevel staat een gedeeltelijk driezijdig uitgebouwde traptoren. Inwendig dateren de kelder, de balklagen met sleutelstukken op natuurstenen consoles, de spiltrap en de kapconstructie nog uit de bouwtijd. Het pand diende tot 1629 als refugiehuis. Bij een restauratie in 1937-'41 heeft men de voorgevel grotendeels gereconstrueerd en kreeg de traptoren zijn huidige dakvorm. Verder voegde men een lage, onderkelderde aanbouw toe.

De maniëristische trapgevel van De Drij Hamerkens (Hinthamerstraat 57), daterend uit omstreeks 1580, is voorzien van overhoeks geplaatste hoeken toppilasters. Het korfboogvenster op de verdieping heeft een natuurstenen driepasversiering in het boogveld; natuursteen is voorts gebruikt voor waterlijsten, dekplaten en kraagsteentjes onder de pilasters. De gevel is omstreeks 1927 sterk gerestaureerd, met name de pui en het verdiepingsvenster. Het interieur bevat een 16de-eeuwse balklaag met geprofileerde sleutelstukken.

< >