Watermolens . Op de Geul en de aan de noordzijde parallel daaraan lopende Molentak bevinden zich drie watermolens. De bovenste daarvan is de Oude Molen of ‘Banaalmolen’ (St.-Pieterstraat 2-4).
Ter plaatse van een al in 1244 vermeld molengebouw verrees in 1860 in opdracht van J.R. Meuwissen het huidige imposante vijflaags molengebouw, opgetrokken in mergel en voorzien van neoclassicistische details.
In de overkluizing bevindt zich sinds 1919 een dubbele horizontale Francisturbine.Nabij staan diverse bedrijfsgebouwen, waaronder houten en betonnen silo's uit circa 1923. De molen werd in 1960 stilgelegd; in 1985 gereactiveerd en in 2000 definitief gesloten. De Franse Molen (Lindenlaan 32) is een in 1804 voor de Fransman B. Loisel op de rechteroever gebouwde onderslagmolen, ingericht als korenmolen. In 1929 heeft men het huidige brede ijzeren waterrad aangebracht. De in 1962 stilgelegde molen is in 2001-'02 gerestaureerd.
Het mergelstenen molenaarshuis (Lindenlaan 30) dateert uit het begin van de 19de eeuw. De Kruitmolen (Plenkertstraat 88-90) is de onderste molen van de drie en werd in 1819-'21 gebouwd door molenmeester J. Bongaerts voor B. Loisel. De in 1851 buiten gebruik geraakte molen werd in 1875 groter herbouwd als papiermolen. In 1886 werd het een nevenvestiging van de Aachener Export Bierbrauerei Dittmann & Sauerländer.
Het waterrad werd in 1890 vervangen door het nog bestaande ijzeren Zuppingrad. De door het rad geleverde drijfkracht werd eerst aangevuld met stoomkracht en vanaf 1924 door elektrische compressoren. De nevenvestiging ging in 1921 zelfstandig verder als bierbrouwerij ‘De Leeuw’ (Prinses Beatrixsingel 2). In 1924 werd er een vatenhal bijgebouwd.