Gepubliceerd op 02-01-2020

Huis St.-Jansgeleen in Spaubeek

betekenis & definitie

Huis St.-Jansgeleen (St.-Jansgeleen 1-2) Een eerste huis ter plaatse werd waarschijnlijk in de 13de eeuw gebouwd door Dirk II van Schinnen (ook Tilman van Schinnen of Tilman van Rode genoemd). Het daarvoor in de eerste helft van de 17de eeuw in de plaats gekomen herenhuis werd deels in de eerste helft van de 19de eeuw en deels in de jaren dertig van de 20ste eeuw afgebroken.

Het oudste onderdeel van het resterende complex is de voorm. brouwerij, een 16de-eeuws tweelaags gebouw in mergelsteen voorzien van een wapensteen uit 1567 met de wapens van bouwheer Arnold Huyn II en diens echtgenote Anna van Groesbeek. Een zelfde wapensteen is herplaatst boven de toegangspoort naar de voorhof.

De hier gesitueerde pachthoeve met vier deels wit geverfde vleugels is grotendeels in de 18de eeuw tot stand gekomen. Er zijn oudere restanten, zoals blijkt uit een balk met het jaartal ‘1687’.

De schuur met het jaartal ‘1720’ en de haaks daarop staande, waarschijnlijk rond 1775 in opdracht van prins Charles de Ligne gebouwde, stal zijn beide uitgevoerd met mergelstenen banden. De voormalige pachterwoning aan de noordzijde heeft men in 1730 uitgebreid.

Schuur en stallen zijn herbouwd na een brand in 1961. Het rond 1980 gerestaureerde complex heeft nu hoofdzakelijk een woonfunctie.

Bij het huis behoorde vanouds ook de reeds in de 14de eeuw vermelde watermolen ‘St.-Jansmolen’ (St.-Jansgeleen 3), een bovenslagmolen ingericht als korenmolen. Blijkens een wapensteen kwam het huidige molenhuis in 1775 tot stand in opdracht van prins Charles de Ligne.

De stallen dateren in de kern van 1832 en zijn hersteld na branden in 1897, 1942 en 1978. In 1964 is de molen buiten bedrijf gesteld, waarna het verloop van de Geleenbeek is verlegd.

< >