Huis Heijen (Hoofdstraat 38-42). Ter plaatse van een ouder, vermoedelijk 11de-eeuws kasteel werd vanaf de 16de eeuw het huidige complex gebouwd.
Het oudste deel is een vroeg-16de-eeuwse kelder met ribloze kruisgewelven en gedrongen natuurstenen middenzuilen. Eind 16de eeuw verrees hierop de hoofdvleugel met zadeldak tussen twee topgevels; een daarvan is een in- en uitgezwenkte gevel met overhoekse pinakels.
Uit dezelfde tijd is de haaks aangebouwde, smallere vleugel met in het midden een vierkante poorttoren. Vermoedelijk rond 1630 lieten Margaretha van Boenen en Gisbert van Vittinghoff gen.
Schell in de binnenhoek van deze vleugels een trappenhuis bouwen, voorzien van een rolwerkgevel met fronton, en daarnaast een bouwdeel met pilasterloze gezwenkte top. Begin 18de eeuw kwamen aan de zuidoostzijde enkele bijgebouwen en een poort tot stand, die met het hoofdgebouw een kleine hof omsluiten.
Aan de noordwestzijde verrees in dezelfde tijd een nederhof met stallen en schuren, alsmede een rentmeesterhuis en een pachterwoning. Boven de poort van het nederhof zitten de jaartalstenen ‘1706’ en ‘1715’.
Het in 1945 sterk beschadigde huis is in opdracht van de nieuwe eigenaar, kunstenaar P. Roovers, in de jaren vijftig in oorspronkelijke toestand herbouwd.