Gepubliceerd op 02-01-2020

De voorm. Staatsmijn Maurits in Geleen

betekenis & definitie

De voorm. Staatsmijn Maurits (Mijnweg 1) werd vanaf 1915 als vierde en laatste staatsmijn aangelegd op de Graetheide. De productie startte in 1923.

Lange tijd was het de grootste tweeschachtenmijn in Europa. In 1963 werd nog een derde schacht toegevoegd, maar in 1967 moest de mijn definitief sluiten.

Daarna kwam op het terrein het chemieconcern DSM tot ontwikkeling, waarbij veel (fabrieks)gebouwen en installaties zijn verdwenen. Behouden bleef het hoofdkantoor uit 1924, gebouwd in zakelijk-expressionistische vormen naar een in gewijzigde vorm uitgevoerd ontwerp van J.H.W.

Leliman (circa 1920). Het U-vormige tweelaags pand is voorzien van halfronde erkers en een haaks geplaatst drielaags bouwdeel.

De ingang wordt geflankeerd door twee van 1926 daterende natuurstenen reliëfs die het provinciewapen en mijnbouwgereedschappen tonen. De met baksteen beklede gewapend-betonconstructie werd opgetrokken door de Industriële Betonbouw Maatschappij uit Amsterdam.

In het hoofdgebouw waren onder meer kantoren, een badhal met kleedruimten, een grote doorgangshal en magazijnen ondergebracht. Een grote, haaks geplaatste, hal heeft men gesloopt.

Links bevindt zich nog een deel van de verbindingsbrug naar de schachten.

Verder resteert een van 1924 daterende watertoren naar plannen van J.W.

Dinger met een betonnen vlakbodemreservoir op een open betonskelet. De ommanteling van het reservoir is later aangebracht.

Vier van de acht tussen 1927 en 1950 gebouwde koeltorens bleven behouden. Aan het nabijgelegen Mauritspark staat het in 1937 naar ontwerp van E.

Quanjel-Van Thoor opgerichte mijnwerkersmonument (tegenover Mauritspark 9a) met twee keramische reliëfs voorstellende de landbouw en de mijnindustrie. Zij symboliseren de overgang van de agrarische naar de industriële samenleving.

Het monument is in 1998 gerestaureerd.

< >