De voorm. St.-Andrieskapel (Achter de Barakken 31) is een in mergel opgetrokken eenbeukige kloosterkapel met driezijdig gesloten koor. De kapel hoorde bij een midden 14de eeuw gesticht begijnenconvent, dat zich in de 15de eeuw aansloot bij de tertiarissen van St.
Franciscus. De oudste delen stammen uit het derde kwart van de 14de eeuw.
Bij een verbouwing midden 15de eeuw werden twee traveeën en de huidige sluiting toegevoegd. Na de opheffing van het klooster in 1796 zijn de meeste gebouwen in 1818-'20 gesloopt, de rest van het klooster is onherkenbaar gewijzigd.
Bij de restauratie van de kapel in 1983-'84, naar plannen van P. Satijn, is de westelijke kopgevel herbouwd, het houten tongewelf gereconstrueerd en is de plaats van de in 1820 verwijderde 15de-eeuwse nonnengalerij op de wanden aangegeven.