De voorm. grotwoningen en schuilkapel (bij Geulhemmerweg 32) zijn in de 18de eeuw uitgehakt in de mergelwand van de Geulhemmerberg. Het gedeelte dat van 1798 tot 1801 heeft gediend als schuilkapel is voorzien van een altaar, preekstoel en doopvont, alle uitgehouwen in de mergel.
De grotwoningen bestaan uit afgeschotte uitgangen van winningsgangen die de berg in lopen en zijn vanaf de vroege 19de eeuw tot 1912 bewoond geweest.