De Herv. kerk (Kerkpad 4) is een langgerekte eenbeukige kerk met een recht gesloten koor, een uitgebouwde traptoren aan de noordzijde en een forse achtkante dakruiter met koepelvormige bekroning. De gave romano-gotische kerk werd in het derde kwart van de 13de eeuw gebouwd voor het toenmalige benedictinessenklooster.
De lange zijden zijn verticaal in twee zones verdeeld. De bovenste zone heeft nissen en vensters voorzien van kraalprofielen en ronde vensters in de zwikken.
De koorgevel heeft een rijke romano-gotische detaillering, met onderaan drie vensters geflankeerd door blindnissen, daarboven een reeks ronde vensters en ten slotte een door nissen gelede puntgevel met siermetselwerk. Na de opheffing van het klooster in 1485 bleef de kerk behouden.
Volgens een gedenksteen is het gebouw ‘sub domini Gerardo Ahues Abbate Anno 1565’ hersteld; waarschijnlijk is de westgevel toen vervangen door de huidige. De gewelven kunnen toen ook zijn verwijderd, maar waarschijnlijker is dat dit gebeurde in 1618.
Dat jaartal staat geschilderd op een balk, die oorspronkelijk diende als architraaf van het koorhek. De dakruiter verving in 1810 een rond 1800 afgebroken vrijstaande toren.
Bij een restauratie in 1906 heeft men de kap vervangen, een scheidingswand tussen koor en schip opgericht en een verlaagde balkenzoldering aangebracht. Bij de restauratie in 1979-'81 naar plannen van P.L. de Vrieze heeft men deze scheidingswand weer verwijderd en de oude balkenzoldering hersteld.Inwendig bevindt zich in de oostelijke travee een 13de-eeuws nissenfries met bakstenen zuiltjes. Tot de kerkinventaris behoren een preekstoelkuip in laat-maniëristische vormen (omstreeks 1660), twee offerblokken en twee overhuifde banken, waarin overblijfselen zijn verwerkt van 15de-eeuwse gotische koorstoelen. Het orgel werd in 1894 gebouwd door J. Doornbos, die daarbij gebruik maakte van 18de-eeuwse onderdelen.