De Herv. kerk (Hoofdweg 33) is een eenbeukige kerk met rond gesloten koor en gepleisterde toren met vierkante lantaarn en ingesnoerde naaldspits. Het huidige, deels op zwerfkeien gefundeerde bakstenen schip kwam in de eerste helft van de 13de eeuw tot stand als herbouw van een ouder tufstenen schip uit omstreeks 1100.
Aan de bovenzijde is het voorzien van een rondboogfries. Het romano-gotische koor met siernissen en kraalprofielen, waarin afwisselend een raam en een nis zitten, kwam in 1295 tot stand en is opgebouwd uit afwisselende lagen baksteen en tufsteen.Volgens de overlevering geschiedde de bouw van de kerk door de bewoners van de borg Menolda als zoenoffer. De gepleisterde toren is van middeleeuwse oorsprong, maar werd in 1648 tot hoogte van de kerk afgebroken; de ingang is gedateerd ‘1795’, de torenbekroning is uit 1872. In de toren hangt een klok uit 1396, toegeschreven aan Zeghebodus. Bij een ingrijpende restauratie in 1963-'66 naar plannen van K.G. Olsmeijer is de kerk ontpleisterd en zijn in het schip opnieuw de romaanse vensters aangebracht.
Tot de kerkinventaris behoren rouwborden voor Frans Rengers (†1568), Egbert Rengers (†1582) en Anna Rengers van Ittersum (†1630). Verder staan er een laat-maniëristische herenbank met gesneden opzetstuk (omstreeks 1660) en een preekstoel met klankbord in Lodewijk XIV-vormen (1759); bank en preekstoel dragen beide de wapens van de geslachten Rengers en Ripperda. Het orgel is gebouwd in 1819 door N.A. Lohman, die daarbij gebruik maakte van onderdelen van een orgel uit 1661. De kerkvloer bevat een zerk met rijk gebeeldhouwd wapen in cartouche voor Anna Margaretha Ripperda-Rengers (†1663). De pastorie, genaamd Helmheerd (Hoofdweg 54), werd in 1882 in neoclassicistische stijl gebouwd naar plannen van O. de Leeuw Wieland.