De Herv. kerk (Hoofdweg 227), oorspronkelijk gewijd aan St.-Jacobus, is een eenbeukige laat-gotische kerk met versmald, driezijdig gesloten koor en een vrijstaande toren. De door de Dollardvloed van 1509 zwaar beschadigde oudere kerk werd in 1527 op de huidige plek herbouwd.
Bij de bouw werd materiaal gebruikt van de afgebroken kerk van Ulsda. Schip en koor kregen forse steunberen; die aan de zuidzijde zijn mogelijk aan het eind van de 18de eeuw gesloopt toen aan de oostzijde ook een toegang met poortomlijsting is gemaakt.
Tegen de westzijde bouwde men rond 1890 een consistoriekamer. Bij een restauratie in 1929 werd de kerk ontpleisterd.
Aan de zuidzijde van het koor zit een laag venster.Het inwendige wordt overdekt door korte tijd na de bouw aangebrachte kruisribgewelven; het koor heeft ook een zesdelig kruisribgewelf. De ribben staan op schalken, bestaande uit een kraagsteen, een korte colonnet en een laatgotisch kapiteel. Tot de inventaris behoren een preekstoel met achterschot en klankbord uit 1660, gemaakt door meester Christopher. Het orgel is, blijkens een opschrift in een cartouche met Lodewijk XVI-vormen, in 1797 gebouwd door H.H. Freytag en F.C. Schnitger jr. In de kerk liggen diverse 17de-eeuwse grafzerken.
De vrijstaande toren staat op enige afstand ten noordoosten van de kerk en bestaat uit een met een balustrade afgesloten, rijzige vierkante onderbouw uit 1720 en een achtkante lantaarn met naaldspits uit 1909. In de lantaarn hangt een klok uit 1697, gegoten door Johan en Mamees Fremy. De pastorie (Hoofdweg 223) werd in 1913 herbouwd.