Het monumentale neoclassicistische gebouw van het Teeken- en Bouwkundig Genootschap Kunstoefening (Gele Rijders Plein 2) kwam tot stand in 1846-'47 naar ontwerp van stadsbouwmeester H.J. Heuvelink in samenwerking met H.C.
Berends. Beiden waren als leraar aan de instelling verbonden.
De attiekverdieping is in 1927 toegevoegd. In 1933 is Kunstoefening verhuisd naar het Stationsplein (tegenwoordige zalencentrum De Coehoorn).
De voorm.Kweekschool voor onderwijzeressen (Weverstraat 16) is opgericht in 1859 door het Nut en het Natuurkundig Genootschap tot Nut en Vergenoegen. De kern van het gebouw dateert uit 1862. In 1908 volgde een verbouwing en uitbreiding naar plannen van J. Persijn, waarbij de voorgevel in gele verblendsteen werd opgetrokken.
Momenteel huisvest het gebouw de Stedelijke Muziekschool. Het rechter deel bevat sinds de grondige renovatie van 1989-'90 een moderne concertzaal. De voorm. Ambachtsschool (Boulevard Heuvelink 48) kwam tot stand in 1895. Het brede drielaags gebouw in eenvoudige neorenaissance-vormen is ontworpen door J.W.C. Tellegen.
De achtervleugel is begin 20ste eeuw toegevoegd en in 1967-'69 is het gebouw ingrijpend verbouwd. Bijzonder is de Arnhemse Buitenschool (Bosweg 1) uit 1929-'30, gebouwd voor astmatische kinderen en ex-tbc-lijdertjes en nog steeds een school voor kinderen met kwetsbare gezondheid. Het ontwerp in de stijl van het functionalisme is van H.B. van Broekhuizen. In eerste opzet had het witte schoolcomplex drie lokalen waarvan de zuidwanden opengeschoven kunnen worden -, vier open lighallen (gesloopt) en vier leskuilen (nu nog twee). Het complex is later uitgebreid met een vierde lokaal en het naastgelegen voorm. hotelpension ‘Monnikenhuizen’ (1907). De Academie voor Beeldende Kunsten (Onderlangs 9) tenslotte, is in 1961-'62 naar ontwerp van G.Th.
Rietveld gebouwd. Naast een met glazen gevels uitgevoerd hoofdblok met aula en lokalen staat een geknikte laagbouw met werkplaatsen. Het gebouw is recent gerenoveerd. Woonhuizen in Arnhem. In het noordelijke en westelijke deel van de binnenstad is de oude stedelijke structuur ondanks de vernielingen in 1944-'45 relatief goed bewaard gebleven. Langs de hoofdstraten staan smalle, diepe huizen op langgerekte percelen; in de andere straten is er afwisseling met dwarse huizen. Veel huizen hebben achter jongere gevels een laat-middeleeuwse kern.
De oudste huizen gaan terug tot circa 1300. Diverse kelders aan de Rijnstraat, de Bakkerstraat en de Vijzelstraat dateren uit de vroege 14de eeuw. De kelders waren oorspronkelijk via een keldertrap vanaf de straat toegankelijk en konden apart worden verhuurd. De grote 14de-eeuwse kelders hadden een portaal; de trap was met een muur van de kelderruimte afgescheiden. De kelders hebben vaak kaarsennissen, meestal in de achterwand, en soms ook licht- of stortkokers.