Monumenten in Nederland: Gelderland

Sabine Broekhoven, Chris Kolman, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert en Marc Tenten (2000)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Kloosters, missie- en studiehuizen in Nijmegen

betekenis & definitie

Vanaf het midden van de 19de eeuw, en vooral na de opening van de Katholieke Universiteit in 1923, werden in Nijmegen enkele tientallen kloosters, missie- en studiehuizen opgericht. Veel orden en congregaties vestigden zich in bestaande herenhuizen of villa's.

Nijmegen werd het katholieke centrum van Nederland.Het navolgend overzicht bevat alleen de belangrijkste, speciaal voor hun religieuze functie gebouwde kloosters en huizen. Als gevolg van de ontkerkelijking in de jaren zestig en zeventig hebben vrijwel al deze gebouwen een andere functie gekregen. Deze blijven hier buiten beschouwing. Het voorm. missiehuis Bisschop Hamer of ‘Bisschop Hamerhuis’ (Verlengde Groenestraat 75) is in 1923-'24 gebouwd naar ontwerp van Ch. Estourgie voor de Missionarissen van Scheut. De beoogde carré-vorm is niet voltooid.

Het U-vormige gebouw is opgetrokken in rationalistische vormen met art déco-details en valt vooral op door de twee verdiepingen hoge pagode op de middentravee van de ingangsvleugel. Deze chinoiserie herinnert aan bisschop Hamer, die de marteldood stierf tijdens de Chinese Bokseropstand in 1900. Gebrandschilderde ramen van de gebroeders Van der Essen (1923) herinneren aan deze bisschop. Estourgie ontwierp ook het vergelijkbaar opgezette voorm. internaat Mariënbosch (Groesbeekseweg 351) uit 1923 van de zusters van Jezus-Maria-Jozef. Het in rationalistische en expressionistische vormen uitgevoerde complex heeft vier vleugels rond een binnenplaats met ‘kloostergang’. Op de binnenplaats staat een expressionistische kapel uit 1929 en aan de achterzijde een als carré opgezet schoolgebouw uit 1924. Het voorm. studiehuis Berchmanianum (Houtlaan 4) van de jezuïeten verrees in 1927-'29 op een gedeelte van het landgoed Heyendaal.

Het grote L-vormige drielaags gebouw met expressionistische elementen is ontworpen door J.Th.J. Cuypers en P. Cuypers jr. Het centrale gedeelte met eetzaal en kapel (verdieping) wordt geaccentueerd door een slanke klokkentoren met koperen spits. Later is aan de westzijde van het gebouw een korte haakse vleugel toegevoegd. Het oorspronkelijke interieur is voornamelijk goed bewaard in de vestibule, de gangen en trappenhuizen, de kapel (met spitstongewelf) en de sacristie.

Het voorm. studiehuis St. Joseph (Kerkstraat 65) verrees in 1929-'30 voor de paters van het Heilig Hart naar ontwerp van J.G. Deur. Het in expressionistische vormen uitgevoerde gebouw heeft een met koper beklede, spits toelopende dakruiter (waaraan het gebouw zijn bijnaam ‘Het Potlood’ dankt). De huidige kapel, aula en mortuarium met woonvleugel is in 1987-'88 tot stand gekomen naar ontwerp van B.J. Pouderoyen, ter vervanging van een uit 1949-'50 daterende kapel.

Op een heuvel tegenover de Heilig-Landstichting ligt het voorm. Neboklooster (Sionsweg 2), gebouwd in 1926-'28 voor de paters Redemptoristen naar een ontwerp van J. Stuyt in Italiaans geïnspireerde neoromaanse vormen. De naam verwijst naar de berg Nebo, vanwaar Mozes het Heilige Land overzag. De driebeukige, recht gesloten kloosterkerk heeft een zeszijdige vieringtoren met tentdak en een hoge klokkentoren met rondbooggalerij en tentdak. Het rijzige interieur wordt gedekt door een ziende kap. De altaarwand is gedecoreerd door P.

Gerrits. Tot de inventaris uit de bouwtijd behoren drie altaren van P. Gerrits en enkele altaren, beeldhouwwerk en gobelins van G. Mathot. Verder bevat het klooster een congregatiekapel (Gerarduskapel) en een juvenaatskapel, beide met schilderingen van Gerrits. De ingebouwde kloosterkerk wordt geflankeerd door binnenhoven met daaromheen drielaags vleugels met een kloostergang.

Het linkerdeel is het voorm. klooster (St. Alphonsus), het rechterdeel het voorm. klein-seminarie (St. Clemens). Het voorm. dominicanerklooster Albertinum (Heyendaalseweg 121) is gebouwd in 1930-'32 naar een ontwerp in expressionistische vormen van H.J.A. Bijlard en K. van Geyn (bureau Ed. Cuypers).

Het complex heeft een vlindervormige plattegrond met een geknikte drielaags hoofdvleugel en een geknikte tweelaags vleugel die een zeszijdige binnentuin omsluiten met een kloostergang. Het gebouw heeft halfrond uitgebouwde trappenhuizen. Haaks op de binnentuin staat de kloosterkerk voorzien van een vijfzijdig gesloten koor met kapellenkrans en een overdwars geplaatste vierkante dakruiter met koperen spits. Het interieur wordt geleed door paraboolbogen. De gebrandschilderde ramen dateren uit 1957. Delen van de naar plannen van W.H. en H.J.

Ebben aangelegde kloostertuin zijn prijs gegeven voor nieuwbouw en parkeerruimte. Het voorm. Carmelklooster (Doddendaal 20-124) in de binnenstad kwam als laatste Nijmeegse studiehuis tot stand voor de paters karmelieten. Het door J.G. Deur en C. Pouderoyen in de stijl van de Bossche school ontworpen complex dateert uit 1950-'51. Bij de verbouwing tot woningen in 1980 is de kerk gesloopt, met uitzondering van de toren (na 1951 voltooid) en de sacristie.

< >