Gepubliceerd op 02-01-2020

Woonhuizen in Harlingen

betekenis & definitie

Woonhuizen. De bebouwing van de binnenstad bestaat voornamelijk uit diepe tweelaags huizen.

Er zijn ook enkele dwarse huizen en eenlaagspanden. Opvallend is het aantal woonhuizen met een relatief geringe breedte of diepte, maar wel met een behoorlijke hoogte.

Verschillende huizen hebben achter hun jongere voorgevels een middeleeuwse kern, zoals Grote Bredeplaats 2, Scheerstraat 1/Herenwaltje 19 en Zuiderhaven 25. Het Hannemahuis (Voorstraat 56) bezit inwendig op de verdieping een compleet houtskelet met rijk bewerkte sleutelstukken uit het eerste kwart van de 16de eeuw.

De hoge klokgevel dateert uit 1794. In 1825 is het huis uitgebreid met het naastgelegen pand.

Door de laatste bewoners, de familie Hannema, is het beschikbaar gesteld als gemeentemuseum van Harlingen. In de voorkamer bevindt zich een geschilderd behang, gemaakt door de Harlingse schilder Oostendorp (1757-1827) en afkomstig uit een gesloopt pand aan de Zeepziedersstraat.De meeste 17de-eeuwse woonhuizen in de stad hebben een eenvoudige top- of tuitgevel of een rijker uitgevoerde trapgevel, versierd met natuurstenen hoeken negblokken, ook langs de met een rondboog gesloten vensternissen. Voorbeelden van huizen met eenvoudige topgevel zijn: Heiligeweg 46, Hondenstraat 10, Hoogstraat 22, 't Poortje 5, Rommelhaven 8, Scheerstraat 11 en Voorstraat 97. Het rijzige, L-vormige huis Lombardstraat 2 heeft tuitgevels met kloostervensters in de geveltop. De lange voorgevel is rond 1850 voorzien van een kroonlijst met opgelegde decoratieve ornamenten.

Het diepe drielaags huis Voorstraat 61 heeft een laat-maniëristische trapgevel uit 1657, opgetrokken bij de verbouwing van het huis in opdracht van koopman Sicce Lubberts. De vensters zijn opgenomen in rondboognissen met een gebeeldhouwd maskerkopje als sluitsteen. In dit rond 1880 tot woon- en winkelpand verbouwde huis werd in 1898 de schrijver Simon Vestdijk geboren. Bij de restauratie in 1963 heeft men de 17de-eeuwse kruiskozijnen vervangen door de huidige schuifvensters en kreeg de winkelpui een laat-19de-eeuws aanzicht. Inwendig bevat het achterhuis enkele moerbalken met peerkraalsleutelstukken, restanten van een middeleeuws houtskelet. Van de verbouwing in 1657 dateren de spiltrap en in de gang een houten gewelf versierd met gebeeldhouwde vruchtentrossen.

Bij het in 1657 door Sicce Lubberts van brouwer Maicke Feikema gekochte huis hoorde een langgerekt perceel parallel aan de Roepersteeg. De daarop staande mouterij liet hij verbouwen tot het drielaags pakhuis Roepersteeg 2. Inwendig bevindt zich een poortdoorgang met gebeeldhouwde druiventrossen in de omlijsting. In 1848 heeft men de bovenverdieping vernieuwd en een nieuwe kap met schenkelspanten aangebracht. Achter op het perceel liet Sicce Lubberts in 1657 het drielaags pand Noorderhaven 106 bouwen. De rijke, laat-maniëristische trapgevel is voorzien van een fries met verschillende gevelstenen, waaronder een wapensteen met de initialen S en L van de bouwheer.

Op de eerste verdieping bevinden zich reliëfs met voorstellingen van lente (Venus), zomer (Ceres), herfst (Bacchus) en winter (Aeolus). De geveltop is bij een restauratie in eenvoudige vorm herbouwd. De zijgevel aan de Roepersteeg heeft een kleine trapgevel met hijsbalk. Inwendig bevat het pand een kapconstructie en enkelvoudige balklagen uit de bouwtijd. De balklaag van de tweede verdieping is voorzien van lange sleutelstukken met dubbele profilering; de tweede profilering dicht bij de muur heeft de vorm van een console. Oorspronkelijk was de begane grond als wijnpakhuis in gebruik en dienden de zolders voor graanopslag.

Andere huizen met 17de-eeuwse, laatmaniëristische trapgevels zijn Hoogstraat 10, Kleine Bredeplaats 1 en Kleine Bredeplaats 12 (1667) alle met natuurstenen kant-, neg- en boogblokken en een toppilaster op gebeeldhouwd kopje - en verder Voorstraat 11bis (1659) en Noorderhaven 24 (1694). De uit 1683 daterende trapgevel van Voorstraat 40 is rond 1900 vernieuwd. Voorstraat 83 heeft een verhoogde trapgevel in classicistische vormen, voorzien van gebeeldhouwde voluten, dolfijnen en fruitfestoenen. De vensterdammen vormen brede pilasters. Sommige trapgevels zijn gesausd, zoals die van Heiligeweg 7, Kleine Bredeplaats 20 en Nieuwstraat 62. Het tweelingpand Vijver 2-4 bezit schuifvensters in de geveltoppen; nummer 4 heeft een toppilaster op een gebeeldhouwd kopje.

De door waterlijsten gelede trapgevel van Raamstraat 7 is opgetrokken in gele steen. Schritsen 36, 41 en 43 zijn eenlaagspanden met een trapgevel. Het dwarse pand Vijverstraat 4 uit de eerste helft van de 17de eeuw, heeft een zadeldak tussen topgevels met vlechtingen en aan de voorzijde een steekkap met trapgevel. De gevel bevat een reliëfsteen met de afbeelding van een zeilschip.

Mogelijk was dit het woonhuis van de 17de-eeuwse Friese luitenant-admiraal Tsjerk Hiddesz. Het dubbele huis Zuiderhaven 2 bestaat uit twee in hoogte verschillende beuken, elk met een trapgevel voorzien van een toppilaster. Een dubbele hardstenen stoep leidt naar de 18de-eeuwse ingang met smalle zijlichten en snijraam.

Het rijkste 18de-eeuwse woonhuis in Harlingen is Voorstraat 68. De klauwstukken en bekroning van de uit 1732 daterende halsgevel zijn uitbundig versierd in Lodewijk XIV-stijl en onder de vensters zijn lambrekins aangebracht. Het middenvenster op de eerste verdieping is omlijst met lofwerk en heeft een schijnbalkon op forse consoles. Uit de bouwtijd bevat het interieur een trap met gesneden trapleuning, een dubbel binnenpoortje en een met stucwerk versierde gang met omlijste deuren en schijndeuren.

In de 18de eeuw bouwde men veel klokgevels met natuurstenen aanzetkrullen en soms een rijkere versiering met afdeklijst, kuifstuk en bloemtrossen, zoals bijvoorbeeld bij Bildtstraat 22, Brouwerstraat 16 (1766) of Brouwersstraat 7; de laatste met siertrossen over de afdeklijst. De klokgevel van Noorderhaven 71 (1737) heeft aanzetkrullen en een kuifstuk in Lodewijk XIV-stijl. Het in de kern 17de-eeuwse drielaags huis Franekereind 8 bezit een klokgevel uit 1768, rijk versierd met beeldhouwwerk in Lodewijk XV-stijl. De huizen Grote Bredeplaats 4, Grote Bredeplaats 14, Grote Kerkstraat 3 (1733), Voorstraat 5 (1739) en Voorstraat 50 zijn voorzien van een klokgevel met segmentvormig fronton als bekroning. Grote Bredeplaats 26a heeft een gedrukte klokgevel met gebeeldhouwde aanzetkrullen en gezwenkte bekroning, evenals Kleine Bredeplaats 11 (1763). De klokgevel van Lanen 18 is later afgewolfd.

Het huis Lanen 28 heeft een ojiefvormige geveltop. De gevels van Rommelhaven 10, 24 en 26 hebben eenvoudige aanzetkrullen in Lodewijk XV-stijl, evenals die van Zoutsloot 43 (1786) en Zoutsloot 45. Het dwarse huis Havenplein 14 bezit een opgemetselde dakerker met klokgevel uit 1728, versierd met rijk beeldhouwwerk in Lodewijk XIV-stijl en een cartouche met de afbeelding van een schip. Het gepleisterde dwarse huis Simon Stijlstraat 6 heeft een opgemetselde dakerker met klokgevel uit 1777, voorzien van een gevelsteen met springend hert.

Veel 18de- en 19de-eeuwse woonhuizen hebben een lijstgevel. Eén van de vroegste voorbeelden is de uit 1731 daterende gevel van Noorderhaven 55, voorzien van een kroonlijst met decoratieve consoles en een pronkrisaliet in Lodewijk XIV-stijl. De mogelijk door J. Norel ontworpen gevel van Noorderhaven 104, een breed pand uit 1762, heeft een kroonlijst met trigliefenfries en gesneden consoles en twee dakkapellen met gesneden omlijsting in Lodewijk XIV-stijl. In de 19de eeuw heeft men de gevel beklampt en voorzien van een natuurstenen plint en stoep. Bij Voorstraat 16 zijn op de kroonlijst opvallend forse consoles in Lodewijk XV-stijl aangebracht.

Kroonlijsten met metopen- en trigliefenfries bekronen de gevels van Franekereind 14 (circa 1770) en Franekereind 12 (circa 1780); de eerste gevel heeft een dakkapel in rococo-vormen, de tweede een dakkapel met voluutvormige wangen en fronton en een fraai snijraam in Lodewijk XVI-vormen. De lijstgevel van het in de kern 17de-eeuwse pand Franekereind 15 heeft een ingangspartij met zijlichten en snijraam in rijke Lodewijk XV-stijl. Een dakkapel met omlijsting in Lodewijk XV-stijl hebben de huizen Franekereind 3, Grote Bredeplaats 26, Kleine Bredeplaats 5, Noorderhaven 29, Noordijs 19 en Zuiderhaven 65. Bij Noorderhaven 33 wordt de dakkapel geflankeerd door een Mercuriusen een Neptunusfiguur.

Opvallend bij dit huis is de ingangspartij met halve ionische zuilen en halfrond snijraam met geornamenteerde zwikken, die in de vensteromraming op de begane grond worden herhaald. Aan de achterzijde bevindt zich een groot, op forse gesneden consoles uitgebouwd dakvenster, dat uitzicht bood op zee. De lijstgevel van het tweebeukige dwarse pand Noorderhaven 17 uit circa 1780 heeft over de volle breedte een fronton met emblemen van handel en scheepvaart. Grote Bredeplaats 3 is een laat-18de-eeuws blokvormig herenhuis met twee oudere panden als kern, voorzien van een rechte lijstgevel met middenrisaliet en een kroonlijst met gesneden consoles. Het pand Voorstraat 80 kreeg rond 1850 een nieuwe, gepleisterde voorgevel met een geblokte kroonlijst en neoclassicistische ornamenten. Kerkpoortstraat 77, Rozengracht 33 en Zuiderstraat 22 zijn voorbeelden van panden met een sobere neoclassicistische lijstgevel uit circa 1860.

Veel panden hebben een sober uitgevoerde kroonlijst, zoals: Bildtstraat 14, Franekereind 30, Lanen 87 en 91, en de van oorsprong mogelijk 17de-eeuwse panden Heiligeweg 30, 32, en 34. Een kroonlijst met zowel een paneelfries, blokjeslijst als consoles hebben bijvoorbeeld de gevels van: Grote Bredeplaats 2, Kleine Bredeplaats 7, Lanen 94, Noorderhaven 47-49 (circa 1870), Noorderhaven 53, Noorderhaven 61-65, en Zuiderhaven 79.

In sobere eclectische stijl opgetrokken is het blokvormige herenhuis Franekereind 42, gebouwd in 1858 als burgemeesterswoning en later in gebruik genomen als gemeentekantoor. Het eenlaags herenhuis Rozengracht 28 heeft vensterbekroningen en een dakkapelomlijsting in een rijke eclectische vormentaal. Ook het gepleisterde drielaags huis Noorderhaven 32 heeft een eclectische detaillering. De huizen Noorderhaven 97 en Noorderhaven 113 (1877) zijn uitgevoerd met een neorenaissance-trapgevel. De gevel van het huis Noordijs 11 heeft een opvallend smalle ingangspartij in Lodewijk XV-stijl en een vroeg 20ste-eeuwse geveltop in nieuw historiserende vormen.

Net buiten de singels verrezen begin 20ste eeuw huizen en villa's in jugendstil en chaletstijl. De villa Zuidoostersingel 51 (circa 1905) heeft jugendstiltegels in de boogvelden boven de vensters en een geveltopversiering in chaletstijl. De jugendstil-woningen Midlumerlaan 7-9 en Oosterstraat 37-41 (circa 1905) zijn opgetrokken in twee kleuren baksteen en hebben tegeltableaus in de boogvelden.

Een opvallende, getrapte gevellijn vertonen de villa's Zuidoostersingel 13-19 (circa 1910), die alle zijn uitgevoerd met een opgemetselde dakkapel boven een afgeschuinde gevelhoekpartij. De villa Midlumerlaan 5 (circa 1910) bezit zowel jugendstilals meer traditionalistische elementen. De villa Douma State of ‘Huize Teuber’ (Noordoostersingel 5) is in 1913 gebouwd in een combinatie van vakwerk- en chaletstijl.

< >