Het voorm. Sint-Anthonygasthuis (Nieuwmarkt 38) , voor het eerst genoemd in 1452, werd na 1522 ook aangeduid als ‘Rijcke’ gasthuis. In de 17de eeuw kwam het in gebruik als proveniershuis.
Het pand werd in 1778-'84 gesloopt en als gasthuis herbouwd in zijn huidige vorm naar plannen van Jan Nooteboom. De strakke langgerekte gevel in Lodewijk XVI-stijl heeft een middenrisaliet met zandstenen ingangsomlijsting.
De haakse uitbouw aan de achterzijde wordt afgesloten door een fronton met houtsnijwerk van Hermannus Berkebijl. Hij maakte ook het snijwerk van de op de verdieping van deze uitbouw ingerichte voogdenkamer.
Deze kamer bevat verder stucwerk van Adolph Schaack en een schoorsteenstuk en zes behangsels van Christoffel Frederik Franck. De gasthuisgangen hebben tegellambriseringen met bloemstukken (1779), gemaakt door de Bolswarder kleibakkerij.
Het hoofdgebouw werd in 1918-'20 naar plannen van G.J. Veenstra gerestaureerd en in 1958 verbouwd tot appartementen.
Aan de oostkant verrees in 1874 naar plannen van H. Bouma een haakse vleugel die doorliep tot in de achter het gasthuis liggende tuin, waar enkele zogeheten Tuinkamers ontstonden (Nieuwmarkt 28-36).
Gezamenlijk vormden ze de ‘Eerste Afdeling’.
In 1867 kwam aan de noordzijde van de tuin het Klein Gasthuis (Klein Gasthuis 1-23) tot stand, een aantal kamerwoningen voor minvermogenden naar plannen van L.
Levoir. In 1921 voegde men enkele woningen toe.
Bij een renovatie in 1983 werden de woningen grotendeels vernieuwd. Dit deel van het gasthuis vormde de ‘Tweede Afdeling’ samen met de acht woningen van het zogeheten Streekje (Nieuwmarkt 35-49), gelegen op een achterterrein tegenover het hoofdgebouw.
Deze woningen uit 1907, naar ontwerp van J. Dijkstra, met neorenaissance- en jugendstilinvloeden zijn in 1977 gerenoveerd.