De Herv. kerk (Hof 14), oorspronkelijk gewijd aan St. Martinus, is een eenbeukige, aan de kopse zijden driezijdig gesloten, kerk met uitgebouwde kapel en een zuidtoren van drie geledingen met ingesnoerde spits.
Blijkens aangetroffen restanten tufsteenwerk gaat de kerk mogelijk terug tot de 12de eeuw. In de 13de eeuw is de kerk in baksteen verbouwd en voorzien van de zogeheten Oenema-Camminghakapel aan de noordzijde en een uitbouw aan de zuidzijde.
De zuidelijke uitbouw verving men al in de 14de eeuw door een toren, waardoor de kerk een tijd lang een west- en een zuidtoren had. De oorspronkelijke westtoren is in de 17de eeuw gesloopt, waarna de kerk in 1716 onder leiding van Pieter Jansen de huidige driezijdige sluiting met gebeeldhouwd ingangspoortje kreeg.
De zuidtoren is in 1806 beklampt en verhoogd en bevat een door Stephanus gegoten klok (1338), een klok van Jan Albert de Grave (1727) en een buiten gebruik gesteld torenuurwerk uit 1597. Van het middeleeuwse metselwerk zijn door latere vernieuwingen alleen nog delen zichtbaar aan de noordzijde van het koor en bij de noordkapel.
De huidige kerkramen dateren uit de 19de eeuw. De kerk is recent gerestaureerd.
Het kerkinterieur wordt gedekt door een houten tongewelf. Tot de oude inventaris behoren een door Van Dam gebouwd orgel (1790) met snijwerk van Jacob Swalue, een preekstoel, vier overhuifde herenbanken en twee geschilderde laat-18de-eeuwse wapenborden.
Verder bevat de kerk diverse fraai gebeeldhouwde zerken uit de 16de eeuw en een zeer grote gebeeldhouwde zerk uit 1631 voor Junius van Eysinga.De pastorie (Hof 1) is een fors eenlaags herenhuis met koetshuis uit 1875, gebouwd naar plannen van J.D. Bruns in eclectische vormen.