De Herv. kerk (Voorstraat 39), oorspronkelijk gewijd aan St. Martinus, is een tweebeukige kerk voorzien van een vijfzijdig gesloten koor met later aangebouwde consistorie en een toren van drie geledingen met ingesnoerde naaldspits.
De deels in tufsteen opgetrokken toren dateert uit de vroege 13de eeuw en is in de 15de eeuw verhoogd. Na een blikseminslag in 1661 maakte Bonne Alberts de huidige naaldspits; toen is ook de kerkkap vernieuwd.
In de toren hangen een door Johan Schonenborch gegoten klok (1526) en een klok van Hans Falck (1618). Het huidige gotische koor verrees in het tweede kwart van de 15de eeuw, deels in hergebruikte baksteen.
Kort daarop verving men het oude tufstenen schip uit circa 1100 door een gotisch schip met een half zo brede noorderzijbeuk. De vensters werden in 1840 vergroot en bij wijzigingen in 1853 werd aan het koor een consistoriekamer toegevoegd.
Bij de restauratie van 1962-'69, naar plannen van J.J.M. Vegter, is de bepleistering uit 1840 verwijderd en zijn de meeste steunberen en de gehele noordmuur vernieuwd.Het interieur wordt gedekt door kruisribgewelven. De gewelfribben en de zware kolommen met smalle lijstkapitelen tussen de beuken zijn uitgevoerd in schoon metselwerk, de rest is gepleisterd. Daarmee vertoont dit interieur verwantschap met de Groningse kerken van Loppersum en 't Zandt. Op de gewelven zijn fragmenten van 15de-eeuwse schilderingen in de vorm van rankenschilderingen met kleine voorstellingen en een Maria in mandorla zichtbaar; de noordmuur heeft een vroeg-16de-eeuwse Christoforus-voorstelling. Boven de toegang naar de consistorie bevindt zich een vroeg-renaissancistische latei (circa 1570) met de wapens van de familie Van Donia-Van Groesbeek. De kerk bevat diverse 17de-eeuwse herenbanken voorzien van de wapens van de geslachten Jeltinga-Van Aysma (1617), Fogelsangh (einde 17de eeuw), Van Rosema en De Schepper (1680) en Rinse (1692); de herenbank met het wapen van Eyso de Wendt (1768) is vermoedelijk vervaardig door Hermannus Berkebijl.
Tot de inventaris behoren verder een preekstoel met getordeerde corintische zuilen (1692), toegeschreven aan Jacob Cornelisz, een groot rouwbord in Lodewijk XVI-vormen (1780) voor Eyso de Wendt en een door W. van Gruisen gebouwd orgel (1841; hersteld in 1885). Ten slotte zijn er diverse bijzondere grafzerken vanaf de 15de eeuw, waaronder verschillende voor leden van het geslacht Van Meckema, zoals de door Pieter Claesz vervaardigde zerk in maniëristische vormen voor Hessel van Meckema († 1615). Op het kerkhof bevinden zich onder meer zerken voor B. Eskes († 1841) en een postament voor M.R. Wijbeling († 1871).