De Herv. kerk (Kerkpad 1), oorspronkelijk gewijd aan St. Martinus, is een langgerekte eenbeukige kerk met vijfzijdig gesloten koor en een forse zadeldaktoren van drie geledingen.
De eerste twee geledingen van de toren kwamen in de 15de eeuw tot stand. Na 1525 werd een geleding met korfboogvormig gesloten nissen toegevoegd.
In de toren hangen drie klokken, te weten uit 1383 (Seghebodi), 1426 en 1457 (Henricus Kokenbacker). Aan de zuidmuur van de toren bevindt zich een zandstenen zonnewijzer (1640; vernieuwd in 1704).
Kort na de bouw van de toren verrees het huidige, gotische schip met steunberen en een geheel blinde noordmuur, waarin enig tufsteen van de gesloopte voorganger verwerkt is. De bouw van het koor is in een waterlijst gedateerd ‘1525’.
Bij een verbouwing in 1792 heeft men twee classicistische poortjes met ionische pilasters aangebracht. De kerk is in 1926-'27 gerestaureerd naar plannen van H.H.
Kramer. Bij de restauratie van de toren in 1934-'35, onder leiding van F.
Wielenga, kregen de nissen van de tweede geleding een korfboogvormige sluiting en is een zeer simpele zadeldakbeeïndiging aangebracht.De kerk wordt gedekt door een houten tongewelf, in 1525 in het schip aangebracht onder de oorspronkelijk ziende kap en in 1792 doorgetrokken naar het koor. Tot de kerkinventaris behoren een fraaie vermoedelijk in de 16de eeuw te Mechelen gegoten bolkroon (geschonken in 1682), een midden-17de-eeuwse preekstoel, een portaal met snijwerk van Dirk Embderveld, een overhuifde herenbank (eind 17de eeuw) en enkele banken (1794). De kast en het front van het orgel zijn door de gebroeders Adema in 1866 vervaardigd en afkomstig uit de R.K. St.-Dominicuskerk te Leeuwarden (geplaatst in 1931). Het orgel is in 1983 vernieuwd met behoud van pijpwerk van het oorspronkelijke Adema-orgel van Ferwert (1873).
Aan de noordoostzijde van de kerk bevindt zich het voorm. kostersannex schoolmeestershuis (Kerkpad 4), dat waarschijnlijk in 1799 is gebouwd. Achter het dwarse voorhuis staat een schuurgedeelte.