De Epemastate (Epemawei 6) is een fors landhuis in neorenaissance-vormen, voorzien van een middenrisaliet met trapgevel en ingangsportaal en een aangebouwd koetshuis. De oorspronkelijke state verrees mogelijk begin 17de eeuw op een oude stinswier (terp met stenen huis) en kwam in 1651 in het bezit van Duco Martena van Burmania en Eduarda Lucia van Juckema.
Het in opzet tweebeukige huis werd rond 1683 verbouwd.In 1746 kwam het in bezit van het geslacht Rengers. Bij een verbouwing in 1822 liet B.W. van Welderen baron Rengers twee 18de-eeuwse aanbouwen slopen en aan de westzijde een nieuw koetshuis optrekken. In 1878 werd het geheel onder één kap gebracht. In opdracht van W.J. van Welderen baron Rengers volgde in 1894-'95 een ingrijpende verbouwing naar plannen van J.J. Kok, met als belangrijkste onderdeel de nieuwe voorgevel in rijke neorenaissance-vormen. Bij de restauratie in 1964 heeft men de zijgevels en achtergevel gepleisterd en bij de vensters aldaar een roedenverdeling in 18de-eeuwse stijl aangebracht.
Het interieur bevat verschillende interessante onderdelen, zoals in de hal het uit de kerk afkomstige rouwbord voor Josina Suzanna van Welvelde († 1689), alsmede een kopie van een speelbord en evenals in de andere ruimten diverse familieportretten. De zaal heeft een neogotische schoorsteenmantel (1894) en in de zogeheten Leerkamer bevindt zich een van elders afkomstige schouw (18de eeuw).
Het huis ligt op een omgracht terrein met als ingang een vermoedelijk vroeg-17de-eeuws poortgebouw met traptoren. De wapensteen uit 1652 is aangebracht in opdracht van Duco Martena van Burmania. De in 1894 aan weerszijden van het poortgebouw geplaatste stenen leeuwen zijn afkomstig van het ‘Vegelinhuis’ te Leeuwarden. Het park werd rond 1825 aangelegd in landschapsstijl naar plannen van L.P. Roodbaard. Het is in 1877 aan de zuidzijde verkleind.