De Coopersburg (Ljouwerterdijk 6-48) werd in 1900-'01 gebouwd als tehuis voor minvermogende ouderen naar ontwerp van gemeentearchitect F.H. Hoekstra.
Opdrachtgever was de naar Amerika geëmigreerde F.H. Kuipers, die zich daar als F. Cooper liet naturaliseren. Het complex bestaat uit een rij van tweeëntwintig kamerwoningen elk met een eigen topgevel en erker - en in het midden een tweelaags hoofdgebouw met regentenkamer. De tuin is aangelegd naar ontwerp van G.W. Westra. Het waterreservoir voor de fontein in de vijver bevond zich in de torenvormige opbouw in het hoofdgebouw.
In de tuin staat het uit 1906 daterende mausoleum voor F. Cooper († 1904) en zijn vrouw A.F. de Graaff († 1878), ontworpen door J.H. Schröder in de Sezessions-variant van de jugendstil. Het bouwwerk is voorzien van portretmedaillons van Cooper en zijn vrouw. Welgelegen (Heechein 5-23) is een rij eenlaags woningen met hoog zadeldak en in het midden een risaliet met hoger tentdak. Dit complex werd in 1924-'28 gebouwd voor ongetrouwde dames en weduwen uit de nalatenschap van mevrouw Suster van der Vegt. Het ontwerp met expressionistische invloeden is van S.
Hoekstra. Tot het complex behoort een bij de bouw reeds ter plaatse aanwezige achtkantige 18de-eeuwse koepel met koepeldak.