Dennenoord (Stationsweg/Hoofdlaan). Deze psychiatrische inrichting op gereformeerde grondslag werd in 1895 gesticht.
De benodigde grond was in 1892 door de Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders Nederland aangekocht van Anna S.D. de Milly van Heiden Reinestein. De in opzet gesloten inrichting Dennenoord zou in de eerste dertig jaar uitgroeien tot een nagenoeg zelfvoorzienend dorp.
In 1935 werd het nabijgelegen Noordersanatorium als open inrichting in gebruik genomen. De eerste naoorlogse nieuwbouw vond plaats in 1957, gevolgd door een algehele reorganisatie in de jaren zeventig.
Op het grotendeels landschappelijk aangelegde terrein van Dennenoord bevinden zich nog verschillende gebouwen uit de begintijd en uit de jaren dertig van de 20ste eeuw. Het momenteel als hoofdkantoor fungerende hoofdgebouw (Hoofdlaan E 6) kwam in 1895 tot stand naar een ontwerp in neorenaissance-stijl van K.
Hoekzema. Het tweelaags gebouw bestaat uit een middenpaviljoen en risalerende hoekpaviljoens (paviljoens Overmeer en Overbosch) die aan de achterzijde aansluiten op dwarsvleugels.
Het middenrisaliet met de hoofdingang heeft een rijke gevelbeëindiging. Bij de restauratie in 1993 zijn het interieur en de meeste vensters gewijzigd.
Eveneens uit 1895 dateert de slanke ronde watertoren (Hoofdlaan E 42) met een reservoir op uitkragend boogfries. Het ontwerp met neorenaissance-details is waarschijnlijk van K.
Hoekzema.Uit de begintijd en mogelijk ook naar ontwerpen van K. Hoekzema zijn het rond 1900 in neorenaissance-stijl uitgevoerde tweelaags paviljoen ‘Randwijk’ (Hoofdlaan E 16), de portierswoning (Hoofdlaan E 8), de circa 1910 opgetrokken Ontmoetingskerk (Hoofdlaan E 37) een T-vormige zaalkerk voorzien van een halfingebouwde toren met rondboogfries en naaldspits - en de voorm. directiewoning (Hoofdlaan E 3), een gepleisterde villa met jugendstil-elementen (circa 1910). Het economiegebouw (Hoofdlaan E 43) bestaat uit een gedeelte met neorenaissance-detaillering (circa 1900) en een uitbreiding op T-vormig grondplan (circa 1930). Dat laatste gedeelte vertoont grote stijlovereenkomst met het blokvormige woonhuis ‘Uitzicht’ (Hoofdlaan E 10).
In 1931 volgde G. Hoekzema zijn vader op als architect van de inrichting. Van zijn hand zijn waarschijnlijk de rond 1935 in zakelijk-expressionistische vormen gebouwde tweelaags paviljoens ‘Zonneheuvel’ (Hoofdlaan E 19) en ‘Vredestein’ (Hoofdlaan E 20). Facilitaire gebouwen uit de jaren dertig zijn onder meer de wasserij (Hoofdlaan E 23), de dienstgebouwen voor de technische dienst (Hoofdlaan E 24-25) en het pompgebouw (Hoofdlaan E 41), dat de functie van de naastgelegen watertoren heeft overgenomen. Het voorm. ketelhuis (Hoofdlaan E 45), thans kantoor ‘Boomklever’, is uitgevoerd in zakelijk-expressionistische stijl.