Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

vaart(je)

betekenis & definitie

(~vaart, tocht), smoesje, uitvlucht: Mocht de kolonel ... zijnen eed breken en voor sluiker spelen, dan hebben wij onze maatregelen zoo genomen, dat een gisse bemoeial wel een vaart zal weten, te meer daar de balleboos met jongens te doen zal hebben, die weten te kouteren, J. DE VRIES 99.

< >