Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

tinnef

betekenis & definitie

(Jidd. < Hebr. tiennoef, drek),

1. slechte waar, rotzooi: PRESSER 110;
2. gespuis: Dan kunnen wij meteen samen eens praten over het nieuwe ministerie. Ik geloof, onder ons gezegd en gezwegen, dat ze mij weer met een aardig zoodje tinnef hebben opgescheept, DEKKER 156.

< >