(< Hd. Ramsch < Fr. ramas, ongeregeld goed),
1. rommel: Ik (moet) toegeven dat ze je geen ramsj verkopen, welke meid ze ook de bühne opsturen. Ze zijn allemaal lekker om te zien, ze zijn allemaal spiernaakt en ze hebben allemaal vagina’s met grote bossen haar erop, P. Paul 47;
2. ongeregelde handel: V. BOLHUIS;
3. (vooral van boeken die niet goed lopen): in de ramsj zijn, doen, tegen lage prijzen te koop zijn, doen: Nabokov in de ramsj, De Groene 13-4-2014.