Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

jofel, jofen, jovel, joven

betekenis & definitie

(< Jidd. jofe < Hebr. (hakol) jofee (beito), (alles is) mooi (op z’n tijd) (Pred. 3:11)), goed, best, fijn, heerlijk: Het was heel wat jofeler in Den Haag te dansen dan in Amsterdam, want in Amsterdam liep hij kans, dat men hem als taxichauffeur zou herkennen, COHEN 226.

< >