Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

hip

betekenis & definitie

(< hippen, huppelend voortgaan),

1. hoer, prostituee: Boeventaal;
2. klant van een prostituee: Als ik de hoer ga spelen, dan ben ik niet zo gek dat ik op straat twee hippies neem en dat ik het dan daarbij laat; je moet er wat aan overhouden, in GROOTHUYSE 173;
3. lieveling, schatje: Hij (Rous) ... mag mij persoonlijk ook wel, geloof ik ... In ieder geval noemen ze mij tegenwoordig wel eens ‘het hippie van Sir Stanley Rous’, om het op zijn Amsterdams te zeggen, De Tijd 27-1-1962.

< >