(< Jidd. schmad, overgang naar een ander geloof < Aram. sjmad, doop), (van joden) gedoopt, bekeerd: Bienema’s grootvader was ... een vrome Jood geweest ... Johan Bienema Jr. werd Katholiek ...
Hij verachtte alle moderniteit en loszinnigheid ... Jonas Fontein ... kneep spottend zijn linkeroog saam. Een ijzeren Hein, een onvervalschten nierisch vond hij dien geschmadden Bienema, QUERIDOY 491.