Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

dallesdekker

betekenis & definitie

(< dalles, armoede + dekken, bedekken + -er),

1. mooie jas om er de daaronder zittende schamele kleren mee te verhullen, cache-misère: ENDT;
2. (meton.) armoedzaaier: ‘Zorgt-ie nou nog voor jou en de kindere?’ Ze schudde ontkennend ’t hoofd. ‘Zoo’n zwerver, zoo’n smerige dallesdekker!’ HERMUS 217.

ARIE2 256.

< >