1. man die beroepsmatig een haak aan een handkar vastmaakt om hem over de brug te trekken, aanpikker: Komt de brugtrekker ... met zijn haaktouw klaar al voor de trekpaarden, van de berg af. Pik-hebbes! SMIS2 209;
2. leegloper: ENDT.
Gepubliceerd op 06-03-2017
betekenis & definitie
1. man die beroepsmatig een haak aan een handkar vastmaakt om hem over de brug te trekken, aanpikker: Komt de brugtrekker ... met zijn haaktouw klaar al voor de trekpaarden, van de berg af. Pik-hebbes! SMIS2 209;
2. leegloper: ENDT.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: