Gepubliceerd op 12-12-2017

Arnoud Willem van Brienen van de Groote Lindt

betekenis & definitie

Arnoud Willem baron van Brienen van Groote Lindt, heer van De Groote Lindt, Dortsmond, Stad aan 't Haringvliet en Wezenstein, was een Nederlandse, rooms-katholieke notabele, koopman en politicus.

Zijn vader was de politicus Willem Joseph van Brienen van de Groote Lindt, zijn moeder Margaretha Thimothea Johanna Ram van Schalkwijk.

De oudste zoon Willem Thierrij Arnold Maria van Brienen van de Groote Lindt, ook genoemd Willem Diederik Arnoud Maria, is van alle kinderen het meest bekend geworden.

Twintig jaar lang, van 1820 tot 1840, was A.W. baron van Brienen kamerheer van koning Willem I, en daarna nog eens negen jaar voor diens zoon koning Willem II. Daarnaast was hij van 20 oktober 1840 tot 13 februari 1849 lid van de Eerste Kamer, lid van de stedelijke raad van Amsterdam van 1822 tot 1851 en lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland van 1849 tot 1850.

Toen de stemmen staakten, werd Van Brienen op het laatste moment door koning Willem II overgehaald om toch voor de grondwetswijziging te stemmen, waarna de nieuwe grondwet aangenomen kon worden.

De baron, als koopman van de firma Van Brienen & Zoon in Amsterdam woonachtig aan de Keizersgracht en later als politicus in Den Haag wonende te Huize Clingendael op het landgoed Clingendael, kocht in 1839 de buitenplaats Oosterbeek, gelegen ten oosten van Clingendael.

< >