Daniël Josephus Jitta, om een bijdrage te leveren aan de oplossing van het groeiende probleem van de huisvesting van arbeiders, die in de tweede helft van de 19e eeuw veelal onder erbarmelijke omstandigheden leefden in oude volksbuurten in de Amsterdamse binnenstad. Bij de vereniging waren in de beginjaren ook zijn schoonvader Abraham Carel Wertheim en Willem Hovy nauw betrokken.
In 1893 nam hij het initiatief tot de oprichting van het Fonds, waarmee hij krotten wilde aankopen, opruimen en vervangen door betaalbare arbeiderswoningen.
Deze woningen waren verdeeld over twee blokken, ontworpen door architect D. Schut, die tevens bestuurslid was van het Aangroeiend Fonds.
De groeiende overheidsbemoeienis met de volkshuisvesting, die pas goed op gang kwam met de invoering van de Woningwet in 1902 en de instelling van een gemeentelijke woningdienst, had de noodzaak van het bestaan van het fonds achterhaald.
In 1949 besloot de Algemene ledenvergadering van de vereniging het woningbezit om niet over te dragen aan de gemeente Amsterdam en het Fonds op te heffen.
Bronnen, noten en/of referenties Van Concordia tot Lucky Luyk: 31 voorbeelden van gemeentelijk woningbeheer in Amsterdam, Lucas Delfgaauw en Dolf Overwater, 1985.