Gepubliceerd op 01-12-2020

Vogelwet

betekenis & definitie

Ned. wet die ten doel heeft de in het wild levende vogels te beschermen. De Vogelwet dateert uit 1936 en is sindsdien gewijzigd, o.a. ter aanpassing aan het te Parijs in 1950 gesloten verdrag en het Beneluxverdrag dat in 1970 te Brussel gesloten werd ter bescherming van vogels.

Deze wet verving de Vogelwet van 1912. De Vogelwet geldt voor alle in Europa in het wild levende vogelsoorten, met uitzondering van tamme duiverassen, knobbelzwanen en de in de Jachtwet genoemde soorten. De Vogelwet verbiedt het doden, vangen, evenals het uitlokken daartoe, van beschermde vogels; het uithalen van nesten en eieren; handel en vervoer en het onder zich hebben van levende of dode beschermde vogels. Eigenaars en gebruikers van gronden of wateren, waar beschermde vogels schade veroorzaken, kunnen een vergunning vragen ter bestrijding. Er kunnen raaptijden worden vastgesteld voor eieren van bepaalde vogelsoorten.Tot dusver geldt alleen een raaptijd voor kievitseieren: van 1 febr. tot 6 april (in Friesland tot 13 april). Krachtens de Vogelbeschikking 1937 bestaat er een achttal typen vergunningen, waarvan er zeven door de minister van Landbouw en Visserij worden afgegeven en de achtste (die voor het doden, vangen of nesten uithalen van schadelijke vogels) door de commissaris der koningin wordt verstrekt.

< >