plant die de gevolgen van tred goed kan verdragen. Onder tred verstaat men o.a. lopen, zitten, spelen en grazen, dus activiteiten van mens en dier.
Een belangrijke eigenschap van een tredplant is het vermogen om zich te herstellen van beschadiging, doordat b.v. de wortel opnieuw uitloopt. Het zaad van dergelijke planten is in staat te kiemen in verdichte grond, die als gevolg van → betreding is ontstaan.Tussen plantesoorten onderling is een groot verschil in aanpassingsvermogen. Korstmossen en orchideeën zijn b.v. veel kwetsbaarder dan grassen. Ook binnen een plantengeslacht treft men verschillen. Zo zijn er weegbreesoorten (o.a. grote weegbree en hertshoornweegbree) die tot de tredplanten kunnen worden gerekend, andere weegbreesoorten zijn juist heel gevoelig voor betreding. Het komt ook voor dat tredplanten alleen in een bepaald stadium, b.v. kiemplantstadium, kwetsbaar zijn voor tred.
Men onderscheidt speciale tredplantengemeenschappen, b.v. de raaigras-weegbreegemeenschap met de grote weegbree, Engels raaigras, herderstasje, varkensgras, paardebloem en liggende vetmuur.
