kunstmatig meer waarin men drinkwater in voorraad houdt. De spaarbekkens in Nederland worden gevuld met water uit de Rijn en de Maas.
De bekkens zijn vnl. bedoeld om bij eventuele calamiteiten op deze rivieren toch een ongestoorde en betrouwbare drinkwatervoorziening te kunnen garanderen. Door de biologische zelfreinigingsprocessen zal bovendien de kwaliteit van het water in de bekkens verbeteren. Het beheer van de bekkens is erop gericht de optredende negatieve effecten (b.v. algengroei) tot een minimum te beperken. Een behandeling van het water uit de bekkens om er goed drinkwater van te maken, blijft altijd noodzakelijk. Bekende spaarbekkens zijn Berenplaat (Rotterdam), Grote Rug (Dordrecht) en de drie bekkens in de Biesbosch.In Vlaanderen zijn spaarbekkens gebouwd in Kluizen, Woumen en Oelegem met een totale capaciteit van 14,5 x 106 m3.
Ook worden stuwen aangebracht in stromend water om drinkwater in voorraad te houden. Belangrijke stuwen in Wallonië zijn die in de Maas (Tailfer), de Gileppe (Verviers), de Ourthe (Nisramont), het Eau d’Heure, de Lesse, de Hoegne en de Aisne (met een totale capaciteit van 105 x 106 m3).
De provincies Brabant, Oost- en WestVlaanderen zijn voor hun watervoorziening vooral aangewezen op Wallonië.
Luik, Namen en Henegouwen heffen hoge belastingen op het water, waardoor de kostprijs voor de Vlaamse provincies aanzienlijk groter is. Men streeft naar een geleidelijke uniformisering van de waterverbruikstarieven.