het eerste deel van de Derde Nota over de Ruimtelijke Ordening in Nederland, dat de achtergronden, uitgangspunten en beleidsvoornemens van de regering met betrekking tot het te voeren ruimtelijk beleid weergeeft. De Oriënteringsnota werd eind 1973 door de regering aan de Tweede Kamer aangeboden.
De in de nota beschreven ontwikkelingen betreffen o.m. de bevolkingsgroei, de werkgelegenheid, het wonen, de verkeersmobiliteit en het toenemend ruimtebeslag van tal van activiteiten. Er wordt getracht deze ontwikkelingen in een bredere internationale context te beschrijven. Het te voeren ruimtelijk beleid vertoont een aantal nieuwe kenmerken, waarbij de toenemende zorg voor het behoud van de leefbaarheid centraal staat. Als gevolg daarvan worden bepaalde investeringen in het westen van het land daarop beoordeeld, in het kader van de selectieve investeringsregeling. Ook de voorgenomen spreiding van de Rijksdienst kan in dit licht worden beschouwd; daarbij wordt echter tevens beoogd een aantal in economische ontwikkeling achtergebleven gebieden (het noorden en Zuid-Limburg) te steunen. Ook ten aanzien van de stadsvernieuwing, het groeikernenbeleid, het regionaal welzijnsbeleid en het behoud van natuurgebieden en landschappen worden nieuwe beleidslijnen uitgezet. Bovendien wordt in deze nota het instrument van de structuurschema’s en structuurschetsen nader vorm gegeven.
