Gepubliceerd op 01-12-2020

groeiseizoen

betekenis & definitie

deel van het jaar waarin een organisme groeit, d.w.z. waarin zijn biomassa toeneemt. De groeiseizoenen van verschillende soorten binnen een vegetatie vertonen een duidelijke afstemming, hoewel lengtes en beginmomenten verschillen, waardoor zij toch samen in dat gebied kunnen voorkomen.

In gematigde streken is het groeiseizoen wel 6—9 maanden lang.In de herfst en winter beperkt vooral de bodemtemperatuur en niet de hoeveelheid licht de groei. Nabij de polen is het groeiseizoen veel korter, vooral door de lage bodemtemperaturen en door de lange bedekking met sneeuw en ijs. In tropische gebieden, waar het gehele jaar door vrij hoge lucht- en bodemtemperaturen heersen en ook veel licht ter beschikking is, kan watergebrek zorgen voor een scheiding in een groei- en een rustseizoen. Direct na de regenperiode (b.v. de natte moesson) zet een forse groei in, die afhankelijk van het wateraanbod weer tot stilstand komt. In de droge tijd verliezen veel bomen hun bladeren, net als in gematigde streken in de winter. In tropische landbouwgebieden kan men van een gewas meer oogsten per jaar verkrijgen met behulp van bevloeiing, terwijl er zonder bevloeiing door de groeistilstand tijdens de droogteperiode vaak slechts een oogst per jaar mogelijk is.

Iets dergelijks kan men in gematigde streken bereiken met behulp van bodemverwarming (b.v. met afvalwarmte van elektrische centrales). Overigens kunnen met bodemverwarming de effecten van sneeuw en hagel niet ongedaan worden gemaakt.

< >