op grond van specifiek aardwetenschappelijke waarde veiliggesteld object. Men kan hierbij denken aan bijzondere geologische terreinvormen (klifkust, oeverwallen, kreekruggen, stroomgebieden) en plaatsen waar bijzondere formaties ontsloten zijn (steenmergelzandgroeven).
Hoewel het behoud van geologische terreinvormen ook tot de doelstelling van verschillende natuurbeschermingsorganisaties hoort, bestaan er in Nederland en België nog maar weinig van dergelijke monumenten. De bekendste zijn in Nederland het Oudmirdumerklif in Friesland (aangekocht in 1928), de Heimansgroeve in Limburg (1937), het Keienreservaat bij Urk (1954) en het Staringmonument in Losser (1968); in België de ‘Roche a 1’Appel’ te Muno (prov. Luxemburg) en verscheidene rotspartijen in de Ardense reservaten (o.a. Furfooz aan de Lesse en Champalle en Poilvache langs de Maas). De Ned. werkgroep Gea (→ gea-objecten) inventariseert mogelijke monumenten en probeert overheden, ruilverkavelingscommissies enz. van het belang ervan te overtuigen teneinde veiligstelling te bereiken.