kwantitatieve maat voor de blootstelling van een individu aan iets. Blootstelling van een individu aan een belasting veroorzaakt altijd een zeker gevolg voor (de gezondheid van) dat individu.
Het soort gevolg (effect) is daarbij afhankelijk van het type belasting.De mate van het gevolg (ernst van het effect) is enerzijds afhankelijk van de grootte van de belasting en anderzijds van de gevoeligheid van het belaste individu. Daardoor kan de ernst van het effect van individu tot individu variëren van niet merkbaar tot (onmiddellijk) fataal. Er worden vier ernstklassen onderscheiden: juist merkbaar (hinder), herstelbare ziekte (reversibel), onherstelbare ziekte of invaliditeit (irreversibel) en dodelijk (letaal).
De gevoeligheid voor een bepaald type belasting varieert van individu tot individu. Een groep individuen uit een blootgesteld milieucompartiment zal daardoor een spreiding van de gevoeligheid rond een gemiddelde waarde vertonen. Bij een bepaalde waarde van de expositie zal dan een frequentieverdeling van de ernst van het effect over de belaste groep ontstaan. Deze verdeling noemt men de respons van de groep op de expositie.
In een expositie-responsrelatie wordt nu het verband tussen expositie en respons voor het desbetreffende type belasting per ernstklasse gegeven. Alle expositie-responsrelaties (voor mens, dier en plant) hebben dezelfde vorm. Alleen de daarin in te voeren waarden voor de gemiddelde gevoeligheid (ax), de gevoeligheidsspreiding (ft,) en de belastingsexponent (n) zijn van geval tot geval verschillend. Deze dienen uit experimenten afgeleid te worden (met proefplanten, -dieren en -mensen; in het laatste geval worden de exposities uiteraard zo laag gehouden, dat alleen effecten in de laagste ernstklassen kunnen optreden). Deze groepen proef-individuen hebben een gemiddelde samenstelling, die over het algemeen niet gelijk zal zijn aan die van een — bij een ongeval getroffen groep. De expositie-responsrelaties dienen daarom alleen voor het schatten van risico’s in een geïdealiseerd model.