niet door cultuurmaatschappijen uitgeoefende, meestal kleinschalige landbouw, waarin het telen van voedselgewassen naast het telen van exportgewassen wordt uitgevoerd door de lokale bevolking. Meestal wordt een bevolkingslandbouw gekenmerkt door een beduidend lager beheersniveau dan gebruikelijk is in de grootschalige landbouw met monocultures.
Ook worden kunstmest en andere agrarische hulpmiddelen weinig toegepast. Wel kent de bevolkingslandbouw sterk traditioneel aan het milieu aangepaste systemen, die door overbevolking niet meer de levensvatbaarheid hebben van vroeger.De term bevolkingslandbouw stamt oorspronkelijk uit Ned. Oost-Indië.