Duitse naam. Tweestammige Germaanse naam, uit Diet- 'volk' (zie diet-) en -lind 'slang' (als symbool van het kennen der geheimen) of 'schild van lindehout' (zie -linde).
Reeds in de 7e eeuw vermeld: Theudelinda, een Beierse prinses, gehuwd met een Langobardenkoning (Schönfeld, Wtb.).