nodus sinu-atrialis. Wilhelm His’ beschrijving (1893) van de naar hem genoemde bundel prikkelgeleidende vezels tussen de atrioventriculaire knoop en de papillaire spieren van de hartkamers werkte stimulerend op het verdere onderzoek van de Londcnse anatoom Arthur Keith (1866-1955). Samen met zijn leerling Martin William Flack (1882-1931) zag hij een soort knoop tussen de openingen van de venae cavae in de wand van de rechter boezem. De knoop, die ze de ‘sino-auriculaire knoop’ (sinusknoop) noemden, bleek bij verder microscopisch onderzoek uit een netwerk van embryonale hartspiercellen te bestaan. In 1906 publiceerden ze hun bevindingen (Haneveld). De knoop is, zoals we weten, de ‘gangmaker’ van het hart; hier ontstaan de prikkels, die via de knoop van Aschoff-Tawara en de bundel van His naar de kamermusculatuur geleid worden.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk