transluminale angioplastiek. Bij dotteren tracht men een vernauwde of afgesloten slagader met een via de huid in de slagader ingebrachte balloncatheter te verwijden c.q. doorgankelijk te maken, zodat de slagaderlijke bloedstroom wordt hersteld (Van Andel).
In 1964 verrichtte de Amerikaanse radioloog Charles T. Dotter, verbonden aan de University of Oregon Medical School, bij een tweeëntachtigjarige vrouw een ingreep waarbij langs percutane weg een vernauwing in haar beenslagader werd gereduceerd door achtereenvolgens catheters met toenemende diameters door de vernauwing te schuiven. Met zijn medewerker M.P. Judkins publiceerde Dotter zijn bevindingen in het toonaangevende Amerikaanse tijdschrift Circulation: ‘Transluminal treatment of arteriosclerotic obstruction’1. Dotters ontdekking was meer geluk dan wijsheid. Toen hij eens contrastvloeistof in een afgesloten arterie wilde inspuiten, schoot de catheterpunt door. Kennelijk geschrokken trok hij de catheter onmiddellijk terug, maar hij merkte dat het bloedvat doorgankelijk geworden was.
Aanvankelijk werd Dotters werk in de Verenigde Staten volledig genegeerd; het werd zelfs verguisd. Wel werd de procedure door Duitse radiologen overgenomen en ook in een aantal andere Europese centra werd aan de techniek verder gewerkt. In 1973, negen jaar na Dotters publikatie, begon men in Nederland met de systematische toepassing van de methode.
Door radiologen werd de methode al spoedig ‘dotteren’ genoemd. Ook ontstonden er zelfstandige naamwoorden als dotterpatiënt, dotterprocedure of kortweg een dotter. Zelfs vervoegingen van het werkwoord dotteren komen voor: een ‘gedotterd vaattraject’ of ‘die patiënt is onlangs gedotterd’.
1 Circulation 1964,30,654
Gepubliceerd op 17-06-2020
dotteren
betekenis & definitie