oligofrenie, een aangeboren of in de eerste levensmaanden verworven intelligentietekort. In tegenstelling tot de algemene opinie is er slechts in een deel der gevallen sprake van een aangeboren aanleg en zelfs dan is deze meestal niet erfelijk.
Veel vaker heeft beschadiging van de vrucht plaats gevonden door infecties (rode hond e.d.), vergiftigingen (suikerziekte) of door bloedziekten ( rhesus-antagonisme) tijdens de zwangerschap. Een derde groep van oorzaken van aangeboren zwakzinnigheid vormen tijdens de geboorte ontstane letsels van de hersenen. Tenslotte leiden ook hersenziekten in de eerste paar levensjaren tot gestoorde ontwikkeling van de intelligentie (encefalitis, meningitis).Men onderscheidt drie graden van zwakzinnigheid: de debilitas (het lichtst), de imbecillitas en de idiotie (de zwaarste vorm). Bij de zwaarste vorm is steeds sprake van lichamelijke afwijkingen, hersenletsels of algemene (stofwisselings-)ziekten. Zwakzinnigheid door congenitale syfilis is tegenwoordig gelukkig uiterst zeldzaam geworden. zie ook Binet-Simon, B.L.O., I.Q.