1. chloorwaterstofgas, HCl, een kleurloos sterk-bijtend gas;
2. een oplossing van 1. in water; de zouten hiervan heten chloriden
waarvan het natrium chloride of (keuken) zout het bekendste is. Het zoutzuur wordt door de maagwand in vrije toestand afgescheiden en komt in het normale maagsap voor in verdunningen van ongeveer 0,3 %. Is daar van groot belang voor de spijsvertering. Afwezigheid (A-chloorhydrie) leidt meestal tot bloedarmoede.