vermindering of verlies van de mogelijkheid en de kracht tot (het doen) samentrekken van één of meer spieren, soms het gevolg van een spierziekte, meestal een aandoening van de bewegingszenuw of de pyramidebaan. Bij een aandoening van het perifere motorisch neuron (voorhoomcellen of hun uitlopers in de bewegingszemw) ontstaat een slappe v. met areflexie, electrische ontaardings-reactie).
Bij aandoening van de pyramidebaan is een v. spastisch (hoge tonus, hoge reflexen, clonus, met kramp en kans op ontstaan van contractuur). Een volledige v. heet paralysis, een gedeeltelijke v. noemt men paresis.