Lat. voor naad.
1.de aanéénhechtingsplaats van twee delen in de chirurgie;
2.de syndesmose tussen twee beenstukken, in het bijzonder tussen de schedelbeenderen (zie kroonnaad, pijlnaad e.d.).
Gepubliceerd op 11-01-2021
betekenis & definitie
Lat. voor naad.
1.de aanéénhechtingsplaats van twee delen in de chirurgie;
2.de syndesmose tussen twee beenstukken, in het bijzonder tussen de schedelbeenderen (zie kroonnaad, pijlnaad e.d.).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: