de behandeling van geestesziekten, in het bijzonder (psycho)neurosen met psychische methoden, d.w.z. gesprekken met de psychotherapeut (psychiater of analyticus).
Door de practische onbruikbaarheid van een psychoanalyse (zie aldaar) heeft men op allerlei wijzen gezocht naar korter durende methoden. De hypnose bleek voor sommige vormen van neurose een goed middel; tegenwoordig vaak uitgevoerd met behulp van slaapmiddelen (hypnokatharsis en narcoanalyse). Deze hebben de katharsis zonder zulk een middel (in de lekenpers vaak „waarheidsserum” genoemd) grotendeels verdrongen. Bij al deze methoden is het voornaamste doel de onbewuste conflicten te vinden en voor de bijbehorende affecten uitingen te vinden die eertijds niet mogelijk waren. Het is daarom begrijpelijk dat neurotische stoornissen uit de puberteit en traumatische (oorlogs)neurosen vaak gunstig reageren op deze behandeling.
Andere vormen van (korte) psychotherapie zijn de psychagogie de reëducatie en suggestieve (zie suggestie) methoden. Deze drie wijzen van behandeling zijn hoofdzakelijk op het bewuste deel van de persoonlijkheid gericht.