de verschillende spiertjes welke de oogbol, de oogleden, alsook corpus ciliare en iris bewegen. Aldus onderscheidt men dan ook de uitwendige en de inwendige oogspieren.
Behalve de kringspier van de oogleden, worden ze alle geïnnerveerd door de oogspierzenuwen, met name de 3de, 4de en 6de hersenzenuw, zie aldaar.