3de amandel, adenoied, ophoping van lymfatisch weefsel onder het slijmvlies, achter boven in de neus-keel-holte, met dezelfde functie als dat in de tonsillen (zie keelamandelen).
Bij kinderen niet zelden zo woekerend (hypertrofisch) dat het de luchtweg tussen neus en keel afsluit, waarna ademen alleen door open mond mogelijk is; adenotomie is de aangewezen weg.