Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Gepubliceerd op 11-01-2021

Neurose

betekenis & definitie

zenuwziekte, geestesziekte.

1. ongebruikelijk geworden aanduiding van neurologische aandoeningen;
2.een (algemene) stoornis in het autonome zenuwstelsel, meestal onderscheiden als vegetatieve neurose; één van de redenen dat deze term zich handhaaft, is het feit, dat deze stoornissen vaak in wisselwerking staan met psychische stoornissen (eventueel dus zelfs met psychoneurose, zie aldaar). Vaak treden vaatverschijnselen op de voorgrond: men spreekt dan van vasomotorische neurosen. In sommige gevallen bestaat ook een duidelijk verband met endocriene stoornissen (bijv. bij de ziekte van Basedow). zie ook psychosomatisch;
3.een der soorten van psychoneurosen en wel diegene, waarbij de ziekelijke afwijking slechts een beperkte omvang heeft en geen groot deel van de persoonlijkheid beheerst; er is dan meestal sprake van een neurotische reactie op levensmoeilijkheden (sociale omstandigheden), die niet zelden zwaar geacht moeten worden; er kan dus gesproken worden van een sociogene aanpassingsstoomis; zie ook aanleg en milieu.
4.de meest gebruikelijke benaming voor alle psychoneurosen, zie aldaar De behoefte om in bepaalde gevallen een exactere mededeling te doen over de oorzaak en de uitingsvorm van (psycho)neurosen, heeft geleid tot het gebruik van vele onderscheidende benamingen; enkele van deze, nimmer scherp van elkaar te begrenzen vormen zijn:

HYSTERISCHE NEUROSE een lichte of weinig typische vorm van hysterie (zie aldaar); een n. waarbij opvallende verschijnselen van conversie optreden.

MASTURBANTENNEUROSE een neurotische reactie op een foutieve opvatting (der opvoeders) van de betekenis van zelfbevrediging; begint in de puberteit, maar kan bij de volwassene blijven bestaan als een minderwaardigheidsgevoel of een hypochondrische schuldwaan die de grondslag vormt van menige sexuele neurose.

OORLOGSNEUROSE een traumatische en/of hysterische n., tengevolge van oorlogsgebeuren, waarbij vrees en uitputting vaak een grote rol spelen soms zelfs een groter rol dan de persoonlijkheid van de patiënt zelf. De resultaten van een tijdige behandeling zijn dan goed. zie ook shellshock.

ORGAANNEUROSE een psychoneurose met conversieverschijnselen in de functie van één orgaan, bijv. een hartneurose met klachten als bij angina pectoris zonder afwijkingen in het E.C.G.; ook asthma is vaak op te vatten als orgaanneurose. POSTTRAUMATISCHE NEUROSE, een hysterische neurose welke na een ongeval het herstel der validiteit door conversieverschijnselen verhindert; soms gaat het alleen om een ziekelijke reactie, om (onbewust) de aandacht van de omgeving te blijven trekken; in sommige gevallen speelt de onbewuste wens een ongevalsrente te behouden of een schadeloosstelling te krijgen een rol men spreekt dan van een rente- of compensatieneurose, waarbij zodanige aggravatie voorkomt, dat deze de lijder moeilijk van een simulant is te onderscheiden. In sociaal ongunstige gevallen kan zich een rentetrekkersneurose (zie aldaar) ontwikkelen.

SEXUELE NEUROSE al die vormen van (psycho-)neurosen, waarbij de sexualiteit een opvallende betekenis heeft, zoals bij frigiditeit, homosexualiteit, impotentie en perversies.

TRAUMATISCHE NEUROSE een door een ongeval ontstane of manifest wordende neurose.

TRAUMATISCH HYSTERISCHE NEUROSE een neurose die in aansluiting aan een trauma ernstige conversie-verschijnselen geeft, zoals de meeste oorlogsneurosen. VASOMOTORISCHE NEUROSE, ZIE neurose*. VEGETATIEVE NEUROSE, ZIE neurose.

< >