uit particulier initiatief voortgekomen Nederlandse organisaties op het gebied van de maatschappelijke gezondheidszorg; werken met overheidssubsidies.
De kruisverenigingen zijn provinciaal en in „zuilen” georganiseerd en landelijk gefedereerd met dien verstande, dat er een algemeen (neutraal) „Groene Kruis” (waarin opgenomen het Noord-Hollandse „Witte Kruis") bestaat, met daarnaast een rooms-katholiek „Wit-Gele” en een protestants-christelijk „Oranje-Groene Kruis”. De plaatselijke afdelingen vertonen onderling een sterk verschillend karakter en ook een zeer ongelijke verankering in de bevolking. Het „Limburgse Groene Kruis” is landelijk zowel in de algemene als in de rooms-katholieke federatie opgenomen.